LET OP! Het reëele inkomen dient berekend te worden met de formule RIC=NIC:PICx100. Echter voor leerlingen van het vmbo geldt dat het vergelijken van de procentuele verandering van het inkomen en de procentuele verandering van de inflatie voldoende is. Bij de antwoorden van onderstaande opdrachten worden beide methoden gebruikt.

Opdrachten (rond je antwoorden steeds af op 2 decimalen)

 

1

 

Maarten zijn loon is in 2019 gestegen met 2,5%. In dat jaar was de inflatie 1,2%.

Met hoeveel procent is Maarten zijn koopkracht veranderd.

   

 

Loonstijging 2,5% - inflatie 1,2% = 1,30% (Maarten zijn koopkrachtstijging is dus ongeveer 1,30%)(VMBO)

 
 

RIC = ?

NIC = 100 + 2,5 = 102,5

PIC = 100 + 1,2 = 101,2

RIC=NIC:PICx100

RIC = 102,5 : 101,2 x 100 = 101,28

De koopkracht van Maarten is gestegen met 1,28%

 

2

 

Milou haar salaris is in 2019 gestegen met 4,38%. In dat jaar was de inflatie 1,2%.

Hoeveel procent is Milou haar koopkracht veranderd. 

 

  Loonstijging 4,38% - inflatie 1,2% = 3,18% (Milou haar koopkrachtstijging is dus ongeveer 3,18%)(VMBO)  
 

RIC = ?

NIC = 100 + 4,38 = 104,38

PIC = 100 + 1,2 = 101,2

RIC=NIC:PICx100

RIC = 104,38 : 101,2 x 100 = 103,14

De koopkracht van Milou is gestegen met 3,14%. 

 

 

 

 

Mohammed zijn salaris ging in 2019 omhoog van €2.300 naar €2.348. In dat jaar was de inflatie 1,2%. 

 

3 

Bereken de nominale inkomensverandering van Mohammed.

 

 

Let op! De nomimale inkomensverandering is simpelweg de procentuele stijging van het inkomen.

(€2.348 - €2.300) : €2.300 x 100 = 2,90% is zijn nominale inkomen gestegen

 

4

Bereken de reëele inkomensverandering van Mohammed. 

 

  Nominale inkomensstijging 2,9% - 1,2% = 1,70% (Mohammed zijn koopkrachtstijging is dus ongeveer 1,70%)(VMBO)  
 

RIC = ?

NIC = 100 + 2,9 = 102,9

PIC = 100 + 1,2 = 101,2

RIC=NIC:PICx100

RIC = 102,9 : 101,2 x 100 = 101,68

De koopkracht van Mohammed is gestegen met 1,68%.

 

 

 

Esmee haar salaris ging is gestegen van €5.239 naar €5.468. In dat jaar was de inflatie 0,85%. 

 

5

Bereken de nominale inkomensverandering van Esmee.   
 

(€5.468 - €5.239) : €5.239 x 100 = 4,37% is haar salaris gestegen 

 

6 

Bereken de reëele inkomensverandering van Esmee.  

 
 

4,37% - 0,85% = 3,52% (Esmee haar koopkrachtstijging is dus ongeveer 3,52%)(VMBO)

 
 

RIC = ?

NIC = 100 + 4,37 = 104,37 

PIC = 100 + 0,85 = 100,85

RIC=NIC:PICx100

RIC = 104,37 : 100,85 x 100 = 103,49

De koopkracht van Esmee is gestegen met 3,49%.  

 

 

 

Frank had een inkomensstijging van 2,25%. In dat jaar was het CPI 101,3.  

 
7

Bereken de reëele inkomensverandering van Frank.

 
 

CPI 101,3 betekent 1,3% inflatie

2,25% - 1,3% = 0,95% (Frank zijn koopkrachtstijging is dus ongeveer 0,95%)(VMBO) 

 
 

RIC = ?

NIC = 100 + 2,25 = 102,25

PIC = 101,3

RIC=NIC:PICx100

RIC = 102,25 : 101,3 x 100 = 100,94

De koopkracht van Frank is gestegen met 0,94%.

 
 

 

Het indexcijfer van de lonen was in 2017 101,7. Het CPI was in 2017 100,8

 
8

Bereken de reëele inkomensverandering in 2017.

 
   

Indexcijfer lonen 101,7 betekent 1,7% loonstijging

CPI 100,8 betekent 0,8% inflatie

1,7% - 0,8% = 0,90% (de koopkrachtstijging is dus ongeveer 0,90%)(VMBO)

 
  RIC = ?

NIC = 101,7

PIC = 100,8 

RIC=NIC:PICx100

RIC = 101,7 : 100,8 x 100 = 100,89

De koopkracht is gestegen met 0,89%.