|
Bereken onderstaande opdrachten |
|
|
|
|
1
|
Bekijk de bron hierboven. De Nederlandse overheid had een staatsschuld van €420,38 miljard. Bereken het BBP in dat jaar. Tip: maak eerst een schatting van het percentage overheidsschuld. |
|
2
|
In het jaar dat onze staatsschuld €420,38 miljard was, had Nederland 16,2 miljoen inwoners. Bereken in 2 decimalen de schuld per inwoner. |
|
3
|
Bekijk de bron hierboven. Stel dat Nederland een BBP had van €800 miljard. Hoeveel schulden hadden particulieren (privaat) dan in dat jaar in totaal. Tip: maak eerst een schatting van het percentage private schuld. |
|
4
|
Bekijk de bron hierboven. De Italiaanse overheid had een BBP van €1.921 miljard. Bereken de staatsschuld in dat jaar. Tip: maak eerst een schatting van het percentage overheidsschuld. |
|
5
|
In het jaar dat het Italiaanse BBP €1.921 miljard was, is berekend dat het inkomen per hoofd van de bevolking gemiddeld €35.000 was. Hoeveel inwoners telt Italie? |
|
|
|
|
|
||
6
|
Bekijk de bron hierboven. Nederland had in 2015 een BBP van €725,28 miljard. Bereken in hele euro's het BBP in 2016. Tip: maak eerst een schatting van het percentage groei in 2016. Geef als antwoord een volledig uitgeschreven getal. |
|
7
|
Bekijk de bron hierboven. Spanje had in 2015 een BBP van €997 miljard. Bereken in hele euro's het BBP in 2016. Tip: maak eerst een schatting van het percentage groei in 2016. Geef als antwoord een volledig uitgeschreven getal. | |
8
|
Bekijk de bron hierboven. Frankrijk had in 2015 een BBP van €1.450 miljard. Bereken in hele euro's het BBP in 2017 (let op, dat is 2 jaar later!). Tip: maak eerst een schatting van het percentage groei in 2016 en vervolgens een schatting van de groei in 2017. Geef als antwoord een volledig uitgeschreven getal. |
|
Rekenen met grote getallen (miljoenen en miljarden) 2 (antwoorden) |