Opdracht 1
Productie per maand: 9.500.000 stuks
Totale vaste kosten per maand: €2.675.000
Totale variabele kosten per maand: €14.000.000
Bereken de kostprijs per product.
ANTWOORDEN: €2.675.000 + €14.000.000) : 9.500.000 = €1,76
Opdracht 2
Productie per jaar: 500.000 stuks
Totale vaste kosten per maand: €75.000
Totale variabele kosten per maand: €50.000
a) Bereken de kostprijs per product.
ANTWOORDEN:
Totale vaste kosten per jaar: €75.000 x 12 = €900.000
Totale variabele kosten per jaar: €50.000 x 12 = €600.000
(€900.000 + €600.000) : 500.000 = €3,00
b) Een jaar later gaat men 10% meer produceren. Bereken de nieuwe kostprijs.
ANTWOORDEN:
Totale vaste kosten per jaar: €900.000
Totale variabele kosten per jaar: €50.000 x 12 = €600.000 (deze stijgen met 10% naar €660.000
De productie stijgt met 10% naar 550.000 per jaar
(€900.000 + €660.000) : 550.000 = €2,84 is de nieuwe kostprijs
Opdracht 3
Productie per jaar: 50.000.000 stuks
Totale vaste kosten per jaar: €5.675.000
Variabele kosten per product: €4,50
a) Bereken de kostprijs per product.
ANTWOORDEN:
Vaste kosten per product: €5.675.000 : 50.000.000 = €0,11
€0,11 + €4,50 = €4,61
b) Een jaar later gaat men 10% meer produceren. Bereken de nieuwe kostprijs.
ANTWOORDEN:
Productie stijgt met 10% naar 55.000.000
Vaste kosten per product: €5.675.000 : 55.000.000 = €0,10
€0,10 + €4,50 = €4,60 is de nieuwe kostprijs