Kredietlimiet

Maandtermijn

(2% van het kredietlimiet)

Maandrente
€5.000 €100 0,30%
€10.000 €200 0,40%
€15.000 €300 0,50%

 

Bereken de onderstaande sommen.

 

Opdracht 1

Selma neemt een doorlopend krediet met een limiet van €15.000. Ze leent direct €6.000.

a) Welk bedrag betaalt ze dan per maand?

b) Bereken in 2 decimalen het rentebedrag dat ze de eerste maand moet betalen.

c) Bereken in 2 decimalen het bedrag van de aflossing in de eerste maand.

d) Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de eerste maand.

e) Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de tweede maand. 

f) Hoeveel ruimte heeft ze na deze maand nog om bij te lenen?

 

Opdracht 2

Jin neemt een doorlopend krediet met een limiet van €10.000. Ze leent direct het volledige bedrag.

a) Welk bedrag betaalt ze dan per maand?

b) Bereken in 2 decimalen het bedrag van de aflossing in de eerste maand.

c) Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de eerste maand.

d) Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de tweede maand. 

 

Opdracht 3

Michael neemt een doorlopend krediet met een limiet van €10.000. Hij leent direct €8.000.

a) Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de eerste maand.

b) Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de tweede maand. 

 

Opdracht 4

Zekerya neemt een doorlopend krediet met een limiet van €15.000. Hij leent direct €12.500.

Bereken in 2 decimalen de hoogte van de schuld na de tweede maand. 

 

Kredietkosten berekenen bij een doorlopend krediet (antwoorden)