Bereken de onderstaande sommen.
(Rond euro's af op 2 decimalen, procenten op 1 decimaal en mensen op een heel getal)
SOMMEN | ||
1 |
Je kleedgeld veranderd van €70 naar €100 per maand. Hoeveel procent is deze stijging? |
|
|
|
|
2 |
Hoeveel is 1,9% van €1.798,50? |
|
|
|
|
3 |
Van de 30 leerlingen in de klas zijn er 17 meisjes. Hoeveel procent van de klas is een meisje? |
|
|
||
4 |
Harrie heeft een uurloon van €11, terwijl Marina €14 verdient. Hoeveel verdient Marina meer dan Harrie? |
|
|
||
5 |
Harrie heeft een uurloon van €11, terwijl Marina €14 verdient. Hoeveel verdient Harrie minder dan Marieke? |
|
|
|
|
6 |
Hoeveel is 86,85% van €3.000.000? |
|
|
||
7 |
€1.000 loon per week is €... gemiddeld per maand. |
|
|
||
8 |
€50 zakgeld per maand is €... gemiddeld per week. |
|
|
||
9 |
Ik krijg €25 zakgeld per maand. Van mijn zakgeld geef ik €9 uit bij een lunch. Hoeveel procent heb ik uitgegeven? |
|
|
||
10 |
Ik verdien €2.250. Van mijn loon geef ik €1.250 uit aan een korte vakantie. Hoeveel procent heb ik uitgegeven? |
|
|
Diverse rekenoefeningen 1 (antwoorden)