Bereken de onderstaande sommen.
(Rond euro's af op 2 decimalen, mensen afronden op een heel getal)
| SOMMEN, BEREKENINGEN EN ANTWOORDEN | ||
|
1 |
Je zakgeld is €7 per week. Je krijgt vanaf volgende week 15% extra. Hoeveel wordt je nieuwe zakgeld? |
|
|
|
€7 : 100 x 15 = €1,05 extra >>> €7 + €1,05 = €8,05 |
|
|
2 |
Je kleedgeld is €70 per maand. Je krijgt vanaf volgende maand 8% extra. Hoeveel wordt je nieuwe kleedgeld |
|
|
|
€70 : 100 x 8 = €5,60 extra >>> €70 + €5,60 = €75,60 |
|
| 3 |
Op een school zitten nu 2.764 leerlingen. 18% van het totaal zit op het VWO. Hoeveel leerlingen zitten er op het VWO? |
|
|
2764 : 100 x 18 = 498 leerlingen zitten op het VWO |
||
| 4 |
Een stad heeft 60.400 inwoners. Het aantal inwoners groeit met 2,3%. Hoeveel extra inwoners krijg de stad? |
|
|
60400 : 100 x 2,3 = 1.389 inwoners |
||
| 5 | Een iPad kost normaal €499,50. Men geeft 7,5% korting. Hoeveel moet je dan nu betalen? |
|
|
499,50 : 100 x 7,5 = €37,46 korting >>> €499,50 - €37,46 = €462,04 |
|
|
| 6 |
Je hebt in een loterij €2,8 miljoen gewonnen. Daarvan moet je 38% belasting afdragen. Hoeveel geld houd je over? |
|
|
€2.800.000 : 100 x 38 = €1.064.000. >>> €2.800.000 - €1.064.000 = €1.736.000 houd je over. |
||
| 7 |
In de opruiming koop je een t-shirt met 85% korting. Normaal zou het t-shirt €24,80 kosten. Wat moet je betalen? |
|
|
€24,80 : 100 x 85 = €21,08 >>> €24,80 - €21,08 = €3,72 moet je betalen |
||
| 8 |
Je neemt in de winkel ook een broek. Hij kost normaal €119,95. Je krijgt 40% korting. Hoeveel korting krijg je? |
|
|
€119,95 : 100 x 40 = €47,98 korting krijg je |
||
|
9 |
Bij je telefoonabonnement krijg je normaal 700MB internet. Er is een actie en nu krijg je 30% meer. Hoeveel MB krijg je dan nu? |
|
|
700 : 100 x 30 = 210 >>> 700 + 210 = 910 MB krijg je dus nu |
||
| 10 |
In een land wonen 16.750.000 mensen. 2,2% van deze mensen komt uit China. Hoeveel Chinezen wonen er in dit land? |
|
|
16750000 : 100 x 2,2 = 368.500 Chinezen wonen er |
||
