Bereken de onderstaande sommen.

(Rond euro's af op 2 decimalen) 

  

Opdracht 1

De consumentenprijs van een laptop is €559,90. Het btw-percentage is 19%. De overheid verhoogt echter de btw naar 21%. Bereken de nieuwe verkoopprijs. 

>>>€559,90 : 1,19 x 1,21 = €569,31 is de nieuwe consumentenprijs

 

Opdracht 2 

In de winkel vraagt men voor een broodje gezond €3,25. Dit is inclusief 6% btw. Bereken de btw EN de verkoopprijs exclusief btw.  

>>>€3,25 : 1,06 = €3,07 is de verkoopprijs ex. btw

>>>€3,25 - €3,07 = €0,18 is het btw-bedrag

 

Opdracht 3

Een vakantie voor 2 personen naar Curaçao kost normaal €2.398 inclusief 21% btw. Er geldt een last-minute-aanbieding, daarom krijg je 50% korting voor de 2de persoon.

10a) Wat kost de vakantie voor 2 personen met de aanbieding?

>>>€2.398 : 2 = €1.199 per persoon

>>>€1.199 x 1,5 = €1.798,50 betaal je nu voor 2 personen

10b) Bereken de btw die verrekend is in deze consumentenprijs.

>>>€1.798,50 : 121 x 21 = €312,14 is het btw-bedrag in deze aanbiedingsprijs

 

Opdracht 4 

De arbeidskosten bij een verbouwing zouden incl. 21% btw normaal €5.000 zijn geweest. De overheid heeft echter besloten de btw te verlagen van 21% naar 6%, dit om de werkgelegenheid in de bouw te stimuleren. Hoeveel bespaar je als consument door deze verlaging?

>>>€5.000 : 1,21 x 1,06 = €4.380,17 is de nieuwe prijs van arbeid

>>>€5.000 - €4.380,17 - €619,83 is dus de besparing voor consumenten

 

Opdracht 5

Een menu bij Mac Donalds kost €7,95. De btw is 21%. Hoeveel btw gaat er van dat bedrag naar de belastingdienst?

>>>€7,95 : 121 x 21 = €1,38 is het btw-bedrag in deze menuprijs

 

Opdracht 6

Een wollen winterjas kostte bij Vero Moda voorheen €99,95, dit was incl. 19% btw. De overheid heeft vanwege de crisis besloten de btw te verhogen naar 21%. Bereken de nieuwe consumentenprijs van deze wollen winterjas.

>>>€99,95 : 1,19 x 1,21 = €101,63 is de prijs na de btw-verhoging

 

Opdracht 7 

De verkoopprijs zonder btw van een fles cola is €1,50. Het btw-percentage is 6%. Bereken de consumentenprijs. 

>>>€1,50 x 1,06 = €1,59 is de consumentenprijs

 

Opdracht 8

Een winkelier koopt een t-shirt in voor €5 ex. btw en verkoopt het voor €19 ex. btw. Het geldende btw-percentage is 21%.

8a) Bereken hoeveel btw de winkelier betaald heeft bij het inkopen van het t-shirt.

>>>€5 : 100 x 21 = €1,05 betaalde btw

8b) Bereken hoeveel btw de winkelier heeft ontvangen bij de verkoop van het t-shirt.

>>>€19 : 100 x 21 = €3,99 ontvangen btw

8c) Hoeveel euro btw draagt de winkelier af aan de belastingdienst?

>>>Ontvangen btw €3,99 - betaalde btw €1,05 = af te dragen btw €2,94

>>>of sneller: €19 - €5 = €14 toegevoegde waarde, 21% daarvan is €2,94

 

Opdracht 9 

Ikea koopt een bank in voor €128 ex. btw en verkoopt hem voor €498 ex. btw. Het geldende btw-percentage is 21%.

8a) Bereken hoeveel btw Ikea betaald heeft bij het inkopen van de bank.

>>>€128 : 100 x 21 = €26,88

8b) Bereken hoeveel btw Ikea heeft ontvangen bij de verkoop van de bank.

>>>€498 : 100 x 21 = €104,58

8c) Hoeveel euro btw draagt de Ikea af aan de belastingdienst?

>>>€104,58 - €26,88 = €77,70

>>>Of sneller: €498 - €128 = €370 toegevoegde waarde, 21% daarvan is €77,70

 

Opdracht 10 

Ikea koopt een fauteuil in voor €99 inclusief btw en verkoopt hem voor €398 inclusief btw. Het geldende btw-percentage is 21%.

Hoeveel euro btw draagt de Ikea af aan de belastingdienst?

>>>€99 : 121 x 21 = €17,18 is de betaalde btw door Ikea

>>>€398 : 121 x 21 = €69,07 is de ontvangen btw door Ikea

>>>€69,07 - €17,18 = €51,89 moet Ikea afdragen aan de belastingdienst