Bereken de onderstaande sommen.

(Rond euro's af op 2 decimalen) 

 

Opdracht 1 

De verkoopprijs van een doosje bonbons is €4,85. In een maand worden er 486 doosjes bonbons verkocht. Men koopt ze in voor €1,75 per doos. Het bedrijf heeft in totaal €700 aan bedrijfskosten per maand. Je hoeft geen rekening te houden met btw in deze opgave.

a) Bereken de omzet.

b) Bereken de brutowinst.

c) Bereken het nettoresultaat.

 

Opdracht 2

De verkoopprijs van een iPad is €499,99. In een maand worden er 1.550 verkocht. Men koopt ze in voor €345. In totaal heeft het bedrijf €5.000 aan bedrijfskosten per maand. Je hoeft geen rekening te houden met btw in deze opgave.

a) Bereken de omzet.

b) Bereken de brutowinst.

c) Bereken het nettoresultaat.

 

Opdracht 3

Een fabriek produceert per jaar 2.480.000 flessen ketchup. Ze worden allemaal verkocht voor €0,74 per stuk. De totale inkoopwaarde is €685.000 en de bedrijfskosten bestaan uit €250.000 personeelskosten, €95.000 huurkosten en €400.000 afschrijvingskosten. Je hoeft geen rekening te houden met btw in deze opgave.

a) Bereken de omzet.

b) Bereken de brutowinst.

c) Bereken het nettoresultaat.

 

Opdracht 4

Een winkelier koopt spijkerbroeken in voor €9,20 en verkoopt ze vervolgens voor €65. Per week verkoopt men er gemiddeld 90 stuks van. In totaal heeft het bedrijf €175.000 aan bedrijfskosten per jaar. Je hoeft geen rekening te houden met btw in deze opgave.

a) Bereken de omzet.

b) Bereken de brutowinst.

c) Bereken het nettoresultaat.

 

Opdracht 5

Een winkelier koopt truien in voor €7,15 en verkoopt ze voor €15 per stuk in de uitverkoop. Ook koopt men spijkerbroeken in voor €17 en verkoopt ze vervolgens voor €35, eveneens in de uitverkoop. Per jaar verkoopt men 900 truien en 1.100 spijkerbroeken. In totaal heeft het bedrijf €255.000 aan bedrijfskosten per jaar. Je hoeft geen rekening te houden met btw in deze opgave.

a) Bereken de omzet.

b) Bereken de brutowinst.

c) Bereken het nettoresultaat.

Rekenen met omzet, brutowinst en nettowinst 2 (antwoorden)