LET OP! Het reëele inkomen dient berekend te worden met de formule RIC=NIC:PICx100. Echter voor leerlingen van het vmbo geldt dat het vergelijken van de procentuele verandering van het inkomen en de procentuele verandering van de inflatie voldoende is. Bij de antwoorden van onderstaande opdrachten worden beide methoden gebruikt.
Opdrachten (rond je antwoorden steeds af op 2 decimalen) |
||
1
|
Maarten zijn loon is in 2019 gestegen met 2,5%. In dat jaar was de inflatie 1,2%. Met hoeveel procent is Maarten zijn koopkracht veranderd. |
|
2
|
Milou haar salaris is in 2019 gestegen met 4,38%. In dat jaar was de inflatie 1,2%. Hoeveel procent is Milou haar koopkracht veranderd. |
|
|
Mohammed zijn salaris ging in 2019 omhoog van €2.300 naar €2.348. In dat jaar was de inflatie 1,2%. |
|
3 |
Bereken de nominale inkomensverandering van Mohammed. |
|
4 |
Bereken de reëele inkomensverandering van Mohammed. |
|
|
Esmee haar salaris ging is gestegen van €5.239 naar €5.468. In dat jaar was de inflatie 0,85%. |
|
5 |
Bereken de nominale inkomensverandering van Esmee. | |
6 |
Bereken de reëele inkomensverandering van Esmee. |
|
|
Frank had een inkomensstijging van 2,25%. In dat jaar was het CPI 101,3. |
|
7 |
Bereken de reëele inkomensverandering van Frank. |
|
Het indexcijfer van de lonen was in 2017 101,7. Het CPI was in 2017 100,8 |
||
8 |
Bereken de reëele inkomensverandering in 2017. |
|
Reëele inkomen (koopkracht) berekenen (antwoorden) |