Bereken de onderstaande sommen.
(Rond procenten af op 1 decimaal)
SOMMEN | ||
1 |
Hoeveel procent is €25 van de €100? |
|
|
|
|
2 |
Hoeveel procent is €30 van de €400? |
|
|
|
|
3 |
Hoeveel procent is €5 van de €17? |
|
|
||
4 |
Van de 30 leerlingen in de klas zijn er 17 meisjes. Hoeveel procent van de klas is een meisje? |
|
|
||
5 | Van de 26 leerlingen in de klas zijn er 11 meisjes. Hoeveel procent van de klas is een meisje? |
|
|
|
|
6 |
1.000 jongens van de 1.700 jongens in een dorp doet aan voetbal. Hoeveel procent doet aan voetbal? |
|
|
||
7 |
900 jongens van die 1.700 jongens in een dorp doet aan hockey. Hoeveel procent doet aan hockey? |
|
|
||
8 |
Ik verdien €2.250. Van mijn loon geef ik €1.250 uit aan een korte vakantie. Hoeveel procent heb ik uitgegeven? |
|
|
||
9 |
Ik krijg €25 zakgeld per maand. Van mijn zakgeld geef ik €9 uit bij een lunch. Hoeveel procent heb ik uitgegeven? |
|
|
||
10 |
Het restbedrag van vraag 9 spaar ik en stop ik in mijn spaarport. Hoeveel procent van mijn zakgeld spaar ik? |
|
|
Een deel van een geheel uitdrukken in een percentage 1 (antwoorden)