Consumentensurplus en producentensurplus oefenen en berekenen economie

P = euro

Q = x 1.000


Opdracht 1
 

Bekijk de grafiek hierboven. Leg uit waarom de Qv-lijn de vraaglijn is vanuit o.a. consumenten en de Qa-lijn de lijn van het aanbod vanuit bedrijven.

 

Opdracht 2

Bekijk de grafiek hierboven. Lees de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid af.

 

Opdracht 3

Bekijk de grafiek hierboven. Bereken de omzet in deze markt.

 

Opdracht 4

Bekijk de grafiek hierboven. Stel dat consumenten een groter budget te besteden hebben. Welke lijn verschuift dan, de Qa of de Qv? Leg ook uit waarom.

 

Opdracht 5

Bekijk de grafiek hierboven. Het aanbod bij €6 is 0. Leg uit waarom dat zo is. 

 

De evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid bepalen (antwoorden)